Een van mijn favoriete stukken sociale wetenschappen is Tom Schelling's The Mind as a Consuming Organ (link in antwoord). Naast het feit dat het misschien wel de beste openingsparagraaf ooit heeft, maakt het stuk de zaak dat *subjectieve* waarnemingen van de werkelijkheid serieus genomen moeten worden in de economie. Schelling betoogt dat het subjectieve waarnemingen van de werkelijkheid zijn, in plaats van de objectieve werkelijkheid, die bepalen hoe mensen zich gedragen, stemmen en zich over het algemeen voelen over hun omstandigheden. Waarom moet deze zaak überhaupt gemaakt worden? Wel, om te beginnen, gaan economen er vaak van uit dat de objectieve werkelijkheid overeenkomt met de subjectieve werkelijkheid, d.w.z. de omgeving waarmee mensen geconfronteerd worden, is de omgeving waarvan ze denken dat ze ermee geconfronteerd worden. Maar zoals tientallen jaren onderzoek hebben aangetoond, verschillen de waarnemingen van mensen over de werkelijkheid waarmee ze geconfronteerd worden systematisch van de objectieve werkelijkheid. Ongelijkheid, levensstandaard, relatieve positionering, zijn slechts enkele opvallende voorbeelden. Het is eenvoudig te zien hoe deze waarnemingen gemanipuleerd kunnen worden om mensen te laten klikken op je artikel of voor specifieke beleidsmaatregelen te stemmen. Maar overtuigingen, eenmaal vastgesteld, zijn berucht moeilijk te veranderen. Bevestigingsbias is echt, het is robuust en het is heel moeilijk te overwinnen. Dus ja, we moeten subjectieve waarnemingen absoluut serieus nemen als het gaat om het begrijpen van menselijk gedrag en hoe mensen zich voelen over hun omstandigheden. Maar het corrigeren van mispercepties zal moeilijker zijn dan simpelweg tegen mensen te zeggen "je hebt ongelijk."