Een paar dagen geleden is Charlie Plosser overleden, weer een trieste verlies in een jaar dat niet vriendelijk is geweest voor het beroep. Charlie was een van de grote macro-economen van zijn generatie, en het is moeilijk om slechts één van zijn bijdragen te benadrukken. Zijn paper uit 1983 met John Long in de JPE, “Real Business Cycles” niet alleen populariseerde de term RBC, maar ontwikkelde ook een netwerkstructuur voor de economie die opnieuw relevant is geworden nu we proberen gedisaggregeerde microdata in businesscyclusmodellen te integreren. Zijn JME-paper uit 1982 met Charles Nelson, “Trends and Random Walks in Macroeconomic Time Series: Some Evidence and Implications” toonde aan dat veel macro-economische series niet terugkeerden naar een lineaire trend na een schok. De inzicht dat het denken over de economie als fluctuërend rond een vaste lineaire trend zeer misleidend kan zijn, heeft veel van mijn eigen onderzoek en hoe ik zowel de Amerikaanse als de Spaanse economische geschiedenis interpreteer, gevormd. Maar misschien was het werk dat mij het meest beïnvloedde zijn JME-paper uit 1988 met Robert King en Sergio Rebelo, “Production, Growth and Business Cycles I: The Basic Neoclassical Model”, en vooral de technische bijlage: Dit paper synthetiseerde en breidde het programma uit om businesscycli te begrijpen via het stochastische neoklassieke groeimodel. Zelfs de huidige heterogene-agent New Keynesian (HANK) modellen, die de stand van de techniek vertegenwoordigen, zijn variaties van dit kader, verrijkt met agentheterogeniteit en nominale (en soms reële) rigiditeiten. De technische bijlage trainde een generatie studenten, waaronder ikzelf, in hoe dynamische evenwichtsmodellen te loglinearizeren en hun kwantitatieve representatie af te leiden. Ik herinner me nog goed, als undergraduate in 1996, dat ik het paper uit 1988 las en naar Sergio Rebelo (toen in Rochester) schreef om een kopie van de bijlage aan te vragen. Een paar weken later ontving ik een dikke gele map per post. Ik herinner me de opwinding van het openen ervan en het doorwerken van de wiskunde. Ik geef nog steeds veel van dat materiaal in mijn tweedejaars graduate cursus over computationele economie, nu opnieuw gepresenteerd als een verstoringsprobleem en met bijgewerkte notatie: Charlie sloot later zijn carrière af als President en CEO van de Federal Reserve Bank of Philadelphia. Als gastonderzoeker daar sprak ik vaak met hem. Zijn opvattingen over monetair beleid—het belang van systematische regels en de focus op prijsstabiliteit in plaats van het nastreven van uiteenlopende doelen—zijn vandaag de dag relevanter dan ooit. Charlie’s voorbeeld als onderzoeker, lange tijd redacteur van de JME, en toegewijde publieke dienaar laat een blijvende erfenis achter.
33,11K