Benchmarks in de wereld van taalmodellen zijn als gestandaardiseerde tests in het onderwijs. Een hoge SAT-score garandeert geen succes in elke studierichting. Evenzo garandeert een hoge benchmarkscore niet dat een model uitblinkt in elke taak. Hier is hoe je ze verstandig kunt interpreteren. 🧵
Drie soorten benchmarks zijn belangrijk voor Cline-gebruikers: > programmeercapaciteit - kan het code begrijpen en genereren? > domeinkennis - kent het jouw vakgebied? > toolgebruik - kan het werken met MCP-integraties? Verschillende benchmarks testen verschillende aspecten van intelligentie.
Voor codering: SWE-Bench springt eruit. Het test modellen tegen echte GitHub-issues van populaire open-sourceprojecten. Geen kunstmatige problemen - daadwerkelijke bugs en functies waar ontwikkelaars dagelijks mee te maken hebben.
Sterke SWE-Bench score = goed in het oplossen van bugs, implementeren van functies, refactoren van echte code.
Domeinspecifieke benchmarks zijn belangrijk voor gespecialiseerd werk: • MMLU - 57 academische vakken (gezondheidszorg, financiën, wetenschap) • GPQA - Graduate-niveau biologie, natuurkunde, scheikunde • AIME - Geavanceerd wiskundig redeneren Bouw je gezondheidszorg-apps? Controleer de biologie-scores.
Financieel modelleren? Wiskundige prestaties zijn belangrijk. Benchmarking van toolgebruik test de mogelijkheden van MCP: Kan het model: • Toolaanroepen correct formatteren? • Geschikte tools kiezen? • Meerdere tools aan elkaar koppelen?
Kritisch voor Cline-opstellingen die gebruikmaken van webscraping, browserautomatisering of uitgebreide geheugensystemen.
De beperking: Benchmarks vertellen slechts een deel van het verhaal. Twee modellen met vergelijkbare SWE-Bench-scores kunnen op totaal verschillende gebieden uitblinken.
6,41K